BIOS Wiki
Advertisement

Biosdocumenten

23/08/2018 (VM)

Hetzelfde examen als 19/06/2018

Arcmap (1,5 uur tijd)

- kaart met contourlijnen gegeven (aanduiden waar concaaf/convex...)

- ArcMap: welke landschapselementen zie je op de kaart? Rivierenkaart aanmaken, rivierordes opstellen...

- Geomorfologische kaart aanmaken

Voor mondeling mag je kiezen uit een van de twee hoofdvragen, de rest is schriftelijk:

1. NPP Noord-Amerika verklaren (T, P, bodems, verwering): hoe verloopt alle variabelen (neerslag, temperatuur, NPP, zonnestraling, vegetatie, klimaat...) over Noord-Zuid en Oost-West. Waar worden de hoogste en laagste NPP waargenomen? Verklaar variaties in neerslag.

2. Bodemkaart (WRB) en topografische kaart gegeven + profiellijn weergegeven (deze maakt een hoek in een bepaald punt): aanduiden waar dit transect ligt op de topografische kaart, bodems verklaren, WRB bodems linken, waar gebeurt accumulatie en erosie?

- 10 begrippen verklaren: roche moutonnée, mesotroof, sclerofiel, dynamisch evenwicht, sea arch, tafoni, aquiclude, mesa, karren, solifluctie

- 6 kleurenfoto's benoemen, waarvan 1 bodem (dacht podzol), puinwaaier, cirque, doline, barchaan, (nog 1)

- Temperatuurverloop van permafrost en talik geven, voor zomer en winter.

27/06/2018 (NM)

Eerste deel Arcmap

5 hellingen plan en dwars profiel breschrijven (convex, concaaf, rechtlijnig. Zie tabel 1ste oefenzitting)

Orde bepalen van een bepaalde bekken + oppervlakte

Geomorfologische kaart maken

Tweede Deel

Vraag 1: componenten debietshydrograaf. Hoe word de vorm ervan beïnvloed door:

- Relatief belang van verschillende afvoerprocessen

- Vorm stroomgebied (minimaal 2 voorbeelden geven)

- Structuur of topologie riviernetwerk (2 voorbeelden geven)

Vraag 2

N-Z Catena van noordpool naar Centraal-Azië (Aralmeer/Kaspische zee), ruimtelijke variatie van en interactie tussen belangrijkste sferen van fysische systeem. Beschrijf de varandering in klimaat (typologie, neerslag, temperatuur...), Ecosysteem (biotoop, NPP), bodems en verwering. Geef een duidelijke illustratie waar alle factoren duidelijk weergegeven worden (I shit you not, ge kreeg voor al deze vrage geen enkele beschrijvende figuur, weet zelf mar wel transect hij volgde van de noordpool naar centraal-Azië)

Woorden

Relaxatie

abri sous roche

esker

erg

protalus rampart

pedobioom

lodgement till

uvala

andere weet ik niet meer

6 foto's

vraag 5: dwarsdoorsnede van een kloofdal met een meander of een verwilderde rivier die er door stroomt. Sedimentologisch en morfologisch beschrijven en de processen aanduiden met tekeningen.

27/06/2018 (VM)

Eerste deel op ArcMap (anderhalf uur de tijd)

Op een pdf-bestand staan 5 hellingen aangeduid. Geef telkens de vorm en het plan weer (convex, concaaf, rechtlijnig).

Orde bepalen van een bepaalde bekken + oppervlakte

Geomorfologische kaart maken

Tweede deel:

  1. Geef de doorsnede van een gletsjer van de bodem tot het oppervlak, duid de ablatie- en accumulatiezone aan. Duid aan welke mogelijke wegen sediment kan afleggen doorheen de gletsjer, geef de herkomstbronnen de transport- en accumulatieprocessen.
  2. Geef aan de hand van een tekening of schema de typologie van de bodem, de vegetatie, het klimaat en de verweringsprocessen weer langsheen de Nijl. (Als bijvraag vroeg hoe debietsgrafieken te maken voor verschillende punten op de Nijl)
  3. 10 woorden uitleggen met indien mogelijk een schets:
    • cockpit karst
    • firn
    • rock slump
    • verankerde duin
    • humus
    • spit
    • drumlin
  4. 6 foto's
  5. Geef in 1 tekening of schema de mogelijke riviermondingen weer zodat duidelijk is welke factoren zorgen voor een onderscheid. Geef minstens 4 voorbeelden op de juiste plaats in het schema en teken deze ook.

19/06/2018 (VM)

Hetzelfde examen als 20/06/2017 (ongeveer)

- kaart met contourlijnen gegeven (aanduiden waar concaaf/convex...)

- ArcMap: welke landschapselementen zie je op de kaart? Rivierenkaart aanmaken, rivierordes opstellen...

Voor mondeling mag je kiezen uit een van de twee hoofdvragen, de rest is schriftelijk:

1. NPP Noord-Amerika verklaren (T, P, bodems, verwering): hoe verloopt alle variabelen (neerslag, temperatuur, NPP, zonnestraling, vegetatie, klimaat...) over Noord-Zuid en Oost-West. Waar worden de hoogste en laagste NPP waargenomen? Verklaar variaties in neerslag.

2. Bodemkaart (WRB) en topografische kaart gegeven + profiellijn weergegeven (deze maakt een hoek in een bepaald punt): aanduiden waar dit transect ligt op de topografische kaart, bodems verklaren, WRB bodems linken, waar gebeurt accumulatie en erosie?

- 10 begrippen verklaren: roche moutonnée, mesotroof, sclerofiel, dynamisch evenwicht, sea arch, tafoni, aquiclude, mesa...

- 6 kleurenfoto's benoemen, waarvan 1 bodem

- Temperatuurverloop van permafrost en talik geven, voor zomer en winter.

06/09/2017 (NM)

Hetzelfde examen als 20/06/2017

- NPP Noord-Amerika verklaren (T, P, bodems, verwering): Best Noord-Amerika even schetsen met 2 transecten (Noord-Zuid en West-Oost) en dan grafiekjes maken hoe alle variabelen (neerslag, temperatuur, NPP, zonnestraling vegetatie,...) variëren over deze transecten. Hij vroeg ook om aan te duiden op de schets waar de hoogste en laagste NPP werd waargenomen, en waarom dat de neerslag bijvoorbeeld verschilt N-Z en W-O.

- Bodemkaart(WRB) en topografische kaart (Neerijse ): profiellijn weergegeven (deze maakt een hoek in een bepaald punt), aanduiden waar dit transect ligt op de topografische kaart, bodems verklaren, WRB bodems linken, accumulatievormen en erosie (en hoe zichtbaar op bodemkaart)

- 10 begrippen verklaren: roche moutonnée, karren, mesotroof, sclerofiel, dynamisch evenwicht, sea arch, tafoni, aquiclude, mesa, (+1).

- 6 foto's benoemen: 1 bodem, sterduinen of transversale duinen, linkse foto slide 57 glaciale en periglaciale systemen, anastomoserende rivier, gnamma's, (+1) )

- Temperatuurverloop van permafrost in winter en zomer (talik)

30/08/2017 (VM)

  1. NPP van Afrika verklaren (klimaat, ecosystemen, bodem, verwering)
  2. 3 bekkens gegeven met verschillende oppervlakte (Dijle, Amblève, Bellebeek). Vergelijk debietgrafieken, Indien korte regenbui (60mm/u) of lange regenperiode (200mm/2 weken)
  3. 10 woorden kort uitleggen met eventueel een schets:
    • Metastabiel
    • Inselberg
    • Aklé-duin
    • Calcretie
    • Aquiclude
    • Ventifact
    • Recovery
    • R-channel
    • Pingo
    • Primaire successie
  4. Zes foto's
  5. Gegeven: Belgische bodemkaart. Kies drie bodems die er veel op voorkomen, geef letterverklaring (alle 3)

Geef overeenkomstige FAO naam, Teken bodemprofiel met juiste dieptes voor de horizonten

27/06/2017 (VM)

  1. Een debietshydrograaf maken en de invloed van topologie, structuur van stromingsgebied en nog een die het beïnvloeden. Hij vraagt mondeling, als je het niet hebt getekend, hoe de hydrograaf veranderd.
  2. Transect van de Noord-Pool tot aan het Aralmeer/Kaspische Zee. Maak een duidelijk figuur met NPP, koolstofpercentage, biomen, FAO bodemtype, temperatuur en neerslag.
  3. 10 woorden kort uitleggen met eventueel een schets:
    • Relaxatie
    • Pinnacle
    • Cuspate Delta
    • Abri-sous-roche
    • Uvala
    • Esker
    • Erg
    • Lodgement Till
    • Protalus Rampart
    • Pedobioom
  4. Zes foto's; Een oxbow lake/afgesneden meander met kronkelberg, sterduinen, cirque met een pijl in de kom zelf gewezen, een bodem (mogelijk fluvisol?), anastomoserende rivier, potholes
  5. Twee transecten door aggraderende vlakbodem vallei, waarvan een wordt ingenomen door een verwilderde rivier en een door een meanderende rivier. Duid op de figuur/transect de duidelijke sedimentologische en morfologische structuren aan.

27/06/2017

  1. Geef de doorsnede van een gletsjer van de bodem tot het oppervlak, duid de ablatie- en accumulatiezone aan. Duid aan welke mogelijke wegen sediment kan afleggen doorheen de gletsjer, geef de herkomstbronnen de transport- en accumulatieprocessen.
  2. Weergeef aan de hand van een tekening of schema de typologie van de bodem, de vegetatie, het klimaat en de verweringsprocessen langsheen de Nijl. (Als bijvraag vroeg hoe debietsgrafieken te maken voor verschillende punten op de Nijl)
  3. 10 woorden uitleggen met indien mogelijk een schets:
    • cockpit karst
    • firn
    • rock slump
    • ventifacten
    • verankerde duin
    • talik
    • spit
  4. 6 foto's: een meanderende rivier, inzakking van de zijkant van een helling, nunatak, een bodem (leptosol), een verwilderde rivier
  5. Weergeef in 1 tekening of schema de mogelijke riviermondingen zodat duidelijk is welke factoren zorgen voor een onderscheid. Geef minstens 4 voorbeelden op de juiste plaats in het schema en teken deze ook.

22/06/2017

1) ArcMap-vragen

- Convex/concaaf benoemen op basis van hoogtelijnenkaart.

- Topografgische kaart en DEM gegeven. Bepaal orde en oppervlakte van gebied. Ook stroombekken bepalen.

- Structureel reliëf op basis van deze kaarten uitleggen en geomorfologische kaart tekenen.

- Fossiel pediment op kaart herkennen (meerkeuze).

2) Mondeling:  Toon de verschillende types riviermondingen (minstens 5) op minstens 3 continenten en geef hierbij de belangrijste kenmerken die voor dit type monding zorgen. Gebruik hierbij verplicht figuren, grafieken en schema's.

3) Mondeling: Gegeven een bodemkaart van een België (gebiedje rond de Demer ergens), topografische kaart en hoogteprofiel. Situeer het hoogteprofiel op de kaart, zeg welke bodems er voorkomen volgens de FAO WRB-classificatie (dus bv. podzol). Wat kan je zeggen over de drainering van dit gebied? Zijn er zones met intense erosie of sedimentatie?

4) 10 woordjes verklaren en eventueel schetsen:  NPP, oligotroof, combe, secunaire successie, N-kanaal, resilience, reg, resurgentie

5) 6 afbeelding benoemen: (reeks I): bodem met diagnostische horizont, soort bergafstorting, tarn, ...

6) Teken een gletsjerprofiel, duid daarop de verschillende soorten van transport aan, de verschillende bronnen van puin en de verschillende ophopingsplaatsen

20/6/17 VM

Arcmap:

- Projecteren

- Orde riviernetwerk

- Geografische kaart

Schriftelijk

- NPP Noord-Amerika verklaren (T, P, bodem, verwering)

- Bodemkaart (Neerijse): transect op topografische kaart aanduiden, bodems verklaren, WRB bodems linken, accumulatievormen en erosie (en hoe zichtbaar op bodemkaart)

- 10 begrippen verklaren (roch moutonnée, karren, mesotroof, sclerofiel, ...)

- 6 foto's benoemen (1 bodem)

- Temperatuurverloop permafrost in winter en zomer (talik)

16/06/16 VM

Tip: Het is veel werk en weinig tijd, het is enkel doenbaar als je weet hoe alles moet in arcmap en waar je moet gaan zoeken in google earth, maar je hebt geen tijd om te sukkelen.

Arcmap 1: Plot riviernetwerk van alle rivieren die samenkomen in een stuwmeer (er waren meerdere rivieren die niet allemaal in deze uitkwamen) + geen orde, biffurcatieratio tussen 2e en 3e orde en oppervlakte van stroomgebied.

Arcmap 2: Geef van ditzelfde gebied ook de geomorfologische kaart weer en welk structureel relieftype herken je (Hogback structuur met flatirons), geef ook de verschillende rivieren weer (subsequent, resequent...) en geef de gelaagdheid weer.

Google Earth: Geef uitleg over mondingen van rivieren en staaf deze met minstens 5google earth fragmenten van minstens 3 werelddelen. (=alles van estuarium en delta...)

Vraag 1: Krijgen van topografische kaart uit België (stroombekken van Demer), een hoogteprofiel en een belgische bodemkaart. Teken waar het hoogteprofiel is genomen (schalen van kaart zijn gegeven --> je kan weten hoe lang het moet zijn) en verklaar alle bodemprofielen zowel belgische manier als welk type is dit volgens WRB. + Hoe verwacht je dat waterafvoer zal gebeuren

Vraag 2: 10 woordjes

Vraag 3: 6foto's benoemen, waarvan 1 bodem

Vraag 4: teken een gletsjer en duid alle manieren aan van sedimenttransport aan, waar deze accumuleren (morenes) en duid aan waar accumulatiezone en ablatiezone ligt.

14/06/16

Vraag1: Je krijgt een topografische kaar van een gebied in de buurt van Leuven, met daarbij een Belgische bodemkaart. Op een apart blad staat een hoogte profiel van een transect getekend (van punt A naar C, meer ergens in het midden punt B, dat hierin een knik maakt). Bepaalt op je topografische kaart waar dit transect getekend is. Welke bodems hier voor komen (volgens WRB en FAO, kunnen linken met Belgische bodemkaart (weet dus bvb waar Abp voor staat). En waar treedt mogelijk veel erosie op. + waar/hoe accumulatie en wat met de waterafvoer

Vraag2: Werk op google earth (als ze niet vast loopt tenminste).

Verklaar de variatie in NPP over noord Amerika. Linkt dit met klimaat, vegetatie, verweringsprocessen en bodems (de man heeft echt een passie voor grond). Ondersteun je antwoorden met grafieken en modellen gemaakt op google earth.

Vraag 3: defenitie van woordjes (mesa, dynamisch evenwicht, roche moutonnée, …)

Vraag 4: foto's benoemen (proces of structuur, waarvan 1 bodem).

Vraag 5: Teken een thermogradiënt van een bodem met een continue permafrost (in volle lijn) en een talik (stippelijn) in zomer en winter.

25/08/2015

Vergelijk met Google Earth de Dijle met de Buëch (Frankrijk). Welke type rivieren zijn dit, wat is hun regime, debiet, dynamiek in de tijd en wat zijn de heersende geomorfologische processen (zoals o.a. erosie) die deze eigenschappen verklaren. Gebruik grafieken en figuren met behulp van Google Earth in je antwoord.

Woordjes: Nunatak, Slump, Hortonsiaanse afvoer, drumlin,...

Foto's: Nunatak, Slump, Tor's, Umbrisol (?), meanderende rivier,...

16/06/2015

Prof. Verstraeten

Eerste deel op ArcMap (anderhalf uur de tijd)

Op een pdf-bestand staan 5 hellingen aangeduid. Geef telkens de vorm en het plan weer (convex, concaaf, rechtlijnig).

Extraheer een rivier netwerk uit een DEM (de Colorado rivier) en duid de orders weer (Strahler).

Vraag: is dit een structureel reliëf? Waaraan kan je dit zien. Duid reliëfvormen aan.

Tweede deel (2 uur de tijd)

Eerste 2 vragen mondeling bespreken.

Vraag1: Je krijgt een topografische kaar van een gebied in de buurt van Leuven, met daarbij een Belgische bodemkaart. Op een apart blad staat een hoogte profiel van een transect getekend (van punt A naar C, meer ergens in het midden punt B, dat hierin een knik maakt). Bepaalt op je topografische kaart waar dit transect getekend is. Welke bodems hier voor komen (volgens WRB en FAO, kunnen linken met Belgische bodemkaart (weet dus bvb waar Abp voor staat). En waar treedt mogelijk veel erosie op. + waar/hoe accumulatie en wat met de waterafvoer

Vraag2: Werk op google earth (als ze niet vast loopt tenminste).

Verklaar de variatie in NPP over het Afrikaanse continent. Linkt dit met klimaat, vegetatie, verweringsprocessen en bodems (de man heeft echt een passie voor grond). Ondersteun je antwoorden met grafieken en modellen gemaakt op google earth.

Vraag 3: defenitie van woordjes (mesa, dynamisch evenwicht, roche moutonnée, …)

Vraag 4: foto's benoemen (proces of structuur, waarvan 1 bodem).

Vraag 5: Teken een thermogradiënt van een bodem met een continue permafrost (in volle lijn) en een talik (stippelijn) in zomer en winter.

03/09/2014

Poessen

Definities: Zijp, flat irons, cervasses spays, schildvulkanen

Figuur: een epigenetische rivier en een antecedente rivier uitleggen welke processen hier werken.

Govers

Klimaat uitleggen aan de hand van modelcontinent (en bespreken of bij opwarming van de aarde bepaalde evenementen gebeuren)

Verschillende grafieken of koolstof toenames en sinks bespreken (vooral CO2 bemesting bespreken)

De koolstof verdeling over de trofische niveau's

Kleien uitleggen (CEC, BS, pH, bodemvruchtbaarheid)

Practicum herexamen: dit is gewoon zoals de zelfstudie oefeningen op Toledo (veel makkelijker als practicum examen met de computer)

19/06/2014 - Voormiddag

Poessen

Definities: Kroonlijst, monadnock, alvee (een soort karst), Nabkha en nog één.

Figuur: een hydrograaf van het jaardebiet van de Dijle bespreken. (hij stelde veel bijvragen)

Govers

Kleien uitleggen (CEC, BS, pH, bodemvruchtbaarheid) en zeggen hoe een loessbodem (regoliet) zich zal evolueren in de tijd.

Prentje van australië gegeven. uitleggen waarom er een centrale droge zone is en een oostelijke en noordelijke natte zone.

grafiek van biomassa fytoplankton gegeven voor de tropen, gematigde zones en de polen. uitleggen waarom het er zo uitziet. (polen: pieken in februari, gem: pieken in de zomer en oktober, tropen: constant)

knikker-model uitleggen (boombedekking <-> neerslag)

19/06/2014

Poesen:

-definities: scree slope, glacis, rompvlakte, afvoercoëfficiënt en nog een

-figuur van dominant debiet uitleggen

govers:

-klimaten uitleggen adhv. een modelcontinent

-hoe kan een bodem C verliezen door herbebossing (denk aan paramo)

-een hydrolyse reactie gegeven en jij moet kunnen zeggen dat het een hydrolyse is en waarom

-schema van een positieve feedback loop, jij moet plus en min invullen en uitleggen waarom, en een schema van een negatieve feedback loop verzinnen

-schema van CO2, O2 en CH2O door planten en dieren aanvullen

12/06/2014

Govers:

- chemische verweringsprocessen uitleggen

- wat gebeurd er met het globale neerslagpatroon bij klimaatverandering

- wat is de gevoeligheid van een systeem?

- foto van een leptosolbodem (naar waar evolueerd deze?)

- 4 grafieken van afrika, australie, Z-amerika en 35°Z naar 15°N ofzo, tree cover (%) uitgezet tegenover jaarlijkse neerslaghoeveelheden. Leg uit.

Poesen:

Definities: stratovulkaan, dreikanter, river piracy, rock overkanteling, abri sous roche

- Afbeelding van reliefinversie (vulkanen met lava maar aan 1 zijde (laagst gelegen gebied), aan andere zijde dunnere laag lava (stollingsgesteente) al geerodeerd


6/ 6 / 2014

Govers

- Leg de werking uit van de globale klimaten aan de hand van een zelfgemaakte tekening die een continent en een oceaan bevat. Geef ook aan waar de globale klimaten zich bevinden en noteer hoe ze verschillen van de andere. (Bijvraag: Wat gebeurt er als het warmer wordt?) 

- uitleggen wat herhalingsperiode is, en waarom de grootste events niet altijd de grootste impact hebben

- waarom is er meer C02 lucht in de bodem dan in de atmosfeer

- van twee foto's zeggen wat er op te zien was: exfoliatie en een dwarsprofiel van een bodem

Poesen

-hydrograaf tekenen tijdens een langdurige regenbui in een verstedelijkt gebied en een ruraal gebied (50%bos; 50% akkerland) en op die hydrograaf alle elementen aanduiden 

- uitleggen van 5 begrippen: pyroclastica, aquiclude, pothole, tafoni, Bornhardt, ...

Advertisement